Fluistercampagnes zijn ordinaire lastercampagnes. Achterbaks gedrag, zo noemen we dit in mijn regio. Het doel van dit soort campagnes is de aandacht ergens anders op te leggen door meestal een kristisch persoon in een kwaad daglicht te zetten. Dit gebeurt door feiten te verdraaien, te liegen en te manipuleren. De leugens krijgen vanzelf een eigen waarheid als men er maar lang genoeg mee doorgaat. Soms zijn het kleine opmerkingen , wie herinnert zich nog ‘ u draait ‘ , dat was voldoende om een concurrent uit te schakelen.
Dicht bij jezelf blijven en doorgaan met doen waar je goed in bent, dat is het enige wat je kunt doen.
Hoe het voelt om even het mikpunt te zijn van een negatieve campagne heb ikzelf al vaker ervaren zoals Pieter Omtzigt onlangs dus ook. Binnen de politiek zetten ze je op een niet verkiesbare positie of ze proberen je te sensibiliseren. Dat daar ook gewoon ordinair gescholden word lees je in de ( gelekte ) vertrouwelijke notitie van Pieter Omtzigt voor het CDA bestuur.
Bij mij in de regio is het CDA de ene keer uitermate correct, de andere keer merk je dat er niet altijd naar de inhoud gekeken word maar partijpolitiek de overhand neemt. Je valt als fractie je eigen wethouder niet zo snel af. Wij krijgen trouwens een A politieke nieuwe burgermoeder, mooie ontwikkeling vind ik.
Meestal komt het gefluister vanuit verschillende, elkaar versterkende, hoeken. Organisaties die bewust dit soort campagnes lanceren gebruiken vaak hun netwerk, lobbyisten en bevriende journalisten om bij herhaling hun valse boodschap te verkondigen.
Hoe ga je hiermee om? Als jij het middelpunt bent van deze bijzondere campagne vorm? Laat je het gebeuren of pak je ze aan? Zoals ze het bij ons in de regio zeggen ‘soms moet je flink en langdurig over je heen laten pissen’ zodat heel duidelijk is wie waar verantwoordelijk voor is.